Driesten, Arend Jan van (1878-1969); Boomschuit in een besneeuwd landschap.
Een prachtig verstild winterlandschap. Op de achterkant staat geschreven waar het schilderij is gemaakt, dat maakt het extra bijzonder. Namelijk ‘Bij de Kalkzandsteeg……overkant van Utrechtsjaagpad’, ondertekend met A.J. van Driesten. Tegenwoordig staat aan het Utrechtsjaagpad te Leiden een nieuwbouw wijk waarbij ik de Kalkzandsteeg niet exact kan lokaliseren.
De vader van Arend Jan van Driesten was ambtenaar van de burgerlijke stand bij de gemeente Leiden en daarnaast een amateur-aquarellist, die zelf het liefst kunstschilder was geworden. Deze beroepskeuze was echter niet acceptabel in zijn familie. Wel bleef hij zijn hele leven schilderen voor de hobby en onderhield ook contacten met kunstenaars en kunstliefhebbers. In de negentiger jaren was hij tevens kunstcriticus van het Leidsch Dagblad.
Van Driesten Sr. legde zich er op toe zijn liefde voor kunst over te brengen op zijn zoon. Hij won deskundig advies in over de aanleg van hem, en werd van mening dat hij schilder moest worden toen dit advies positief bleek.
De basisbeginselen van het schilderen werden A.J. van Driesten door zijn vader bijgebracht. Hiernaast ging hij later ook tekenonderwijs volgen bij Ars Aemula Naturae. Over zijn opleiding schreef Van Driesten zelf het volgende:
‘Geen les gehad, doch steeds door mijnen vader […] aangemoedigd en gesteund. Mij als jongen mee nam op lange wandelingen en steeds gelijk op heden vol liefde was voor alles wat op kunst betrekking heeft.’
Rond 1896 raakt Jan Driesten bevriend met kunstschilders Chris en Laurent van der Windt. Een jaar later stuurt Van Driesten Sr. hem naar Renkum om daar in de leer te gaan bij Théophile de Bock. Hij moest daar voornamelijk allerlei klusjes doen voor De Bock maar kreeg geen schilderlessen, hoewel hij hier wel het belang van schoon gereedschap en een zorgvuldige voorbereiding leerde. Via het netwerk van De Bock krijgt kunstschilder Jacob Maris het werk van Van Driesten onder ogen, die de studies van hem uitnemend vond. Maris was van mening dat Van Driesten beter een volwaardige technische opleiding zou kunnen nemen en stoppen bij De Bock. Van Driesten was zelf wel van mening veel te hebben gehad aan De Bock.
Arend Jan van Driesten was lid van de kunstenaarskring Arti en Amicitiae te Amsterdam. Zijn werk is onder andere tentoongesteld in Rijksmuseum Het Lakenhal te Leiden in 1953.
Bron: Wikipedia.
Staat ook in de Rode Scheen, Lexicon Nederlandse Beeldende Kunstenaars, 1750-1950.
Leidse school.
De Leidse school was een groep kunstschilders die vooral in de eerste helft van de twintigste eeuw actief was in en rond Leiden. De groep wordt ook wel aangeduid als de Leidse impressionisten.
De kern van de Leidse school werd gevormd door schilders als Alex Rosemeier, Arend Jan van Driesten, Willem van der Nat (Artiquair heeft van deze kunstenaar een tekening van een rivierlandschap en een schilderij voorstellende een boerenkar, voor informatie neem gerust contact met ons op) en Chris van der Windt. Hun schilderijen worden gekenmerkt door een lichte, impressionistische stijl. Veel van de schilders vonden hun inspiratie in Leidse stadsgezichten en in het Leidse buitengebied: het landschap van Katwijk, Zoeterwoude en rond de Noord Aa. De Leidse school wordt ook wel beschouwd als een uitloop van de Haagse School.
Andere schilders die tot de Leidse school gerekend worden, zijn onder meer Lucas Verkoren, Floris Verster en J.C. Roelandse.