Abry, Léon (1857-1905)
Léon Abry beoefende aanvankelijk vooral historie- en genreschilderen in academische trant.
Maar spoedig ging hij over tot de productie van humoristische tafereeltjes uit het soldatenleven. Eenvoudig omdat hij daarvoor een afzetgebied had in militaire kringen. Rond 1880 ontstonden ook enkele schilderijtjes met elegante, maar perverse vrouwentypes, als thema.
In 1881 voerde hij een ambitieus doek uit: De Leeuw van Vlaanderen, een episode uit de kruistochten. Het werk was zo’n zes meter hoog maar bleek geen succes. Ook het schilderij De Franse dichter Gilbert in het Godshuis kreeg een negatief onthaal in de ‘Salon 1884’ in Brussel. Daarom keerde Abry dan maar voorgoed terug naar zijn militaire taferelen.
Hij zou echter naast de humoristische motieven ook meer en meer ‘ernstige’ scènes en anekdotes uit het soldatenleven gaan uitbeelden. Bijvoorbeeld Roskammen in de kazerne, 1887 (Antwerpen, Koninklijk Museum voor Schone Kunsten)
Om zich in dat genre te bekwamen volgde Abry vele grote legermanoeuvres en deed hij talloze observaties en schetscampagnes in kazernes. Hoogtepunten in deze reeks zijn de doeken Koning Leopold II en koningin Maria-Hendrika tijdens de manoeuvres van 1890. Geschilderd naar aanleiding van de 25ste huwelijksverjaardag van de vorsten.
Bron: www.wikipedia.org en Piron, De Belgische Beeldende Kunstenaars uit de 19de en 20ste eeuw.