Door een vriend werd ik gewezen op de stichting cultuur inventarisatie (SCI)
Op hun eigen website, www.culturalinventory.nl, staat geschreven dat SCI tot doel heeft het inventariseren en documenteren van het Nederlands en Vlaams cultureel erfgoed in landen buiten West-Europa en Noord-Amerika. Deze vriend had het voornamelijk over een in Cuba in de jaren negentig van de vorige eeuw herontdekte collectie Hollandse en Vlaamse meesters uit de 16de-19de eeuw uit het Museum van de Schone Kunsten in Havana.
Dat heeft dusdanig mijn interesse gewekt dat ik verder ben gaan sporen wat het verhaal hier achter is. Ik stuitte op een artikel uit het NRC, gepubliceerd op 13 augustus 2002.
“de Stichting Cultuur Inventarisatie van Nederlandse Kunst in den Vreemde. De Stichting kwam de collectie per toeval op het spoor. In 1996 werd Lia Gorter van de Stichting getipt door Nederlanders die een publicatie van Cubaanse gedichten over Nederland voorbereidden. Voor de illustraties hadden zij kopieën uit een catalogus met onbekende afbeeldingen van Hollandse en Vlaamse meesters onder ogen gekregen. Het ging om negen ,,nogal ferme” namen, aldus Gorter. Ze besloot te proberen de collectie te achterhalen. Dat was niet eenvoudig: niemand in Nederland, zelfs niet de medewerkers van de Cubaanse Ambassade, bleek ooit van de collectie te hebben gehoord. Brieven aan het Museo Nacional de Bellas Artes in Havana bleven onbeantwoord. Toen Gorter in ’98 in Cuba moest zijn, kwam er eindelijk contact tot stand. Het museum was al jaren dicht wegens een verbouwing, maar Gorter ,,vond een deur met een bel en belde aan”. Medewerkers van het museum konden haar vertellen dat het ging om 175 schilderijen. De collectie is afkomstig van Spaanse notabelen die vanaf de 18e eeuw hun inventaris naar de kolonie verscheepten en van aankopen op veilingen in Londen en Parijs in de 19e eeuw voor de Cubaanse kunstacademie. Ook suikerbaronnen kochten kunst, die later terecht kwam in het museum.
Bij haar bezoek in 1997 kreeg Gorter de schilderijen niet te zien, maar na ,,heel wat gecorrespondeer” over en weer kreeg ze een uitnodiging om de werken met een conservator van het Rijksmuseum te komen bekijken. Na tien jaar opslag in een bunker waren de schilderijen ,,gewoon vies”, vertelt ze. Sommige verkeerden in slechte staat, van sommige waren de lijsten beschadigd. Vanwege het gebrek aan kennis op Cuba over conserveren werd besloten om er twee Nederlandse restauratoren heen te sturen”
Uiteindelijk zijn er ook twee conservatoren uit Cuba naar Nederland gekomen om technieken te leren die zij dan weer konden toepassen in Cuba.
Vervolgens las ik in een krantenartikel van 1 juni 2016, Het Laatste Nieuws dat er in dat jaar een catalogus van een deel van deze werken is gepubliceerd.
‘‘Cuba en België hebben de handen in mekaar geslagen om een catalogus uit te werken rond een collectie vergeten Belgische schilderijen die jarenlang onvermoed hingen te pronken in het Museum voor Schone Kunsten in Havana. Het initiatief krijgt in augustus een vervolgstuk, met een kleine expo in samenwerking met het Rubenshuis en eventueel een grotere tentoonstelling in 2018 …..
De flink uit de kluiten gewassen catalogus telt 400 bladzijden en brengt in het Nederlands, Spaans en Engels het verhaal van de collectie en van elk van de 84 werken apart. Ook komt de lezer te weten hoe de werken in Havana terecht zijn gekomen. Een deel van de schilderijen ging bijvoorbeeld in de jaren vijftig onder de hamer in New York en verhuisde met de eigenaars naar Cuba. Sommigen moesten tijdens de revolutie in 1959 op de vlucht slaan en lieten de werken achter, waarna ze in de handen van de Cubaanse overheid terecht kwamen.”
Op de website van SCI staat te lezen dat de oorsprong van de collectie ligt in begin 19e eeuw, toen de Spaanse gouverneur van onderwijs een aantal nieuwe schilderijen aanschafte voor de pas opgerichte Academie voor Kunstonderwijs. De grootste uitbreiding van de collectie was tijdens de 20e eeuw, dankzij privé-verzamelaars.
Persoonlijk vind ik het zeer interessant werk wat SCI doet. Door het inventariseren en converseren van Nederlands en Vlaams cultureel erfgoed in het buitenland worden zo diverse collecties behouden voor de langere termijn. Dankzij hen wordt bijvoorbeeld de genoemde collectie in Havana voor de ondergang behoed waar ook de Cubanen profijt van hebben. Het Museum van de Schone Kunsten kan zo een mooie collectie aan het publiek tonen en in Nederland weten wij weer meer over het oeuvre van diverse kunstenaars. SCI verdient dan ook elke steun die het kan krijgen, dat kan door bijvoorbeeld vrienden van SCI te worden.