Egyptisch hoofd

Konijnenburg, Willem van (1868-1943). Titel: Egyptisch hoofd circa 1916

Willem van konijnenburg heeft zich door meerder oude kunstvormen laten inspireren waaronder de Egyptische. In zijn theoretisch geschrift De waarde der impressionistische schilderkunst uit 1908 roemt hij de Egyptische kunst voor de wijze waarop in haar eenheid van kunst, geloof en wetenschap symbolisch tot uitdrukking komt. In De aesthetische idee (1916) prijst hij de stoffelijke zin van de Egyptische kunstenaar die kiest voor duurzame materialen en, heel belangrijk voor Van Konijnenburg, de monumentaliteit. Deze ontstaat door de materie volgens mathematische principes een vorm op te leggen zonder acht te slaan op de eisen van het naturalisme. Invloeden van de Egyptenaren zijn terug te zien in het schilderij Tempelbouw (Centraal Museum Utrecht), gevelbeelden die Van Konijnenburg in 1915/1916 ontwerpt voor de Koninklijke Fabriek van Metaalwerken van W.J. Stokvis in Den Haag, de grote pedant-aquarellen Egyptische landbouwer (Kunstmuseum Den Haag) en Egyptische herder(verblijfplaats onbekend) uit 1916/1917 en Overgave (Kunstmuseum Den Haag) uit 1917 waar de eerste eigenaar van de hier getoonde Egyptische Kop model voor stond: Jacoba van der Vegt (1897-1970). Jacoba was Van Konijnenburg’s lievelingsnicht, muze, model en danspartner in de Tango. De volledige provenance van dit werk is aanwezig.