Hobbe Smith (1862-1942); Boerderij met schuren en hooiberg.
Hobbe Smith was de zoon van een huisschilder. Hij ging op jonge leeftijd in de leer bij een steendrukker. In z’n vrije tijd volgde hij tekenlessen, onder andere aan de Quelliniusschool. Dankzij een vermogende beschermheer die zijn bijzondere talent onderkende en een koninklijke beurs, kon hij een opleiding volgen aan de Rijksakademie voor Beeldende Kunsten te Amsterdam, onder andere bij August Allebé. Vervolgens studeerde hij aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten van Antwerpen, onder Karel Verlat.
De stijl van Smith wordt gekenmerkt door een losse, impressionistische toets, met gevoel voor sfeer. Hij schilderde Smith een breed scala aan onderwerpen: veel figuurstukken, zee -en stadsgezichten maar ook landschappen en stadsgezichten.
Smith was lid van ‘Arti et Amicitiae‘, de Kunstenaarsvereniging Sint Lucas te Amsterdam en de Pulchri Studio te Den Haag.
Werk van Smith bevindt zich onder andere in het Rijksmuseum Twenthe te Enschede, het Drents Museum in Assen en het Fries Scheepvaart Museum te Sneek.
Bron: de rode Scheen, Lexicon Nederlandse Beeldende Kunstenaars, 1750-1950 en wikipedia.